Uitgangspunt is dat een eigenaar van een paard verantwoordelijk is voor zijn paard. Ook als het paard niet onder zijn ‘hoede’ is, maar onder die van een ander. Deze verantwoordelijkheid brengt met zich mee dat de eigenaar aansprakelijk is voor de schade die zijn paard aanricht.

 

Bedrijfsmatig gebruiker
Op deze aansprakelijkheid bestaat een uitzondering. Dat is wanneer het paard bedrijfsmatig wordt gebruikt door een ander. Het beste voorbeeld hiervan is een paard dat geen eigendom is van de manege, maar wel wordt gebruikt door de manege voor de manegelessen. Een ander duidelijk voorbeeld is de trainer die een paard op stal heeft en dit paard in opdracht van de eigenaar traint of zadelmak maakt. Het is dan niet langer de eigenaar die aansprakelijk is voor schade aangericht door het paard, maar de manege c.q. trainer.

Loretta arrest
In 2011 deed de Hoge Raad[1] een belangrijke uitspraak over de aansprakelijkheid van de bedrijfsmatige gebruiker. Dat ging over het paard Loretta. Dit paard was eigendom van de heer X en stond ter ‘belering’ bij manege Y. Tijdens een van de trainingen keken verschillende mensen toe, onder wie de 10 jarige Marloes. Na afloop van de training liep Loretta los in de bak van de manege. Marloes is op enig moment de bak ingelopen en kreeg een trap in haar gezicht van Loretta. De ouders van Marloes stelden eigenaar X aansprakelijk. Dat was echter niet juist. Het was manege Y die verantwoordelijk was, omdat deze manege het paard bedrijfsmatig gebruikte. De aansprakelijkheid verschoof dus van de eigenaar naar de manege omdat die het paard bedrijfsmatig gebruikte.

Ratio
De reden achter het idee om de aansprakelijkheid te laten verschuiven van de eigenaar naar de bedrijfsmatig gebruiker, is erin gelegen dat de wetgever het slachtoffer niet heeft willen belasten met een zoektocht naar degene die verantwoordelijk is. Een slachtoffer – zoals bijvoorbeeld een lesklant bij een manege – zal immers ervan uitgaan dat het paard aan de manege toebehoort. Ook gaat de wetgever uit van een eenheid van onderneming in het kader waarvan het paard wordt gebruikt, alsmede het feit dat de bedrijfsmatige activiteiten zijn gericht op het verkrijgen van profijt en het feit dat de ondernemer zijn bedrijfsrisico kan verzekeren als één. De bedrijfsmatig gebruiker is dus aansprakelijk. Deze aansprakelijkheid geldt overigens niet naast de aansprakelijkheid van de eigenaar, maar in plaats van. Het slachtoffer kan dus niet kiezen tussen de bedrijfsmatig gebruiker of de eigenaar.

Pension en opfok
Anders dan je wellicht zou denken, vallen pension en opfok niet onder bedrijfsmatig gebruik. Dit zijn uitzonderingen op de regel dat de bedrijfsmatig gebruiker aansprakelijk is. In die gevallen blijft de aansprakelijkheid dus ‘gewoon’ bij de eigenaar liggen.

Verdeling schade
De aansprakelijkheid en toekenning van schadevergoeding is bijna nooit een alles-of-niets verhaal. Als het gaat om bijvoorbeeld een ongeval tijdens een manege-les dan blijft een deel van de schade in veel gevallen bij de lesklant hangen. Paardrijden blijft een sport met risico’s, dus het is niet onredelijk dat de lesklant wordt geacht deze risico’s te hebben aanvaard op het moment dat hij gaat paardrijden. Welke verdeelsleutel wordt gehanteerd, hangt af van alle omstandigheden van het geval en verschilt dus per situatie.

Conclusie
Zoals ik in mijn eerdere artikel over de aansprakelijkheid van de eigenaar het advies gaf aan de eigenaar om een goede verzekering af te sluiten, geef ik een soortgelijk advies aan al die manegehouders en trainers die paarden van anderen op stal hebben. Een aanvullend advies is om een duidelijke overeenkomst met de klant te sluiten, waarin in klare taal staat beschreven welke risico’s er kleven aan het paardrijden. Dit zal de aansprakelijkheid niet geheel wegnemen, maar helpt wel bij een goed betoog als het mis gaat.

[1] https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2011:BP1475 

Schrijver: Britt Loeffen van ALEX advocaten bv